Inleiding
Op 29 september en 15 december 2020 bent u via een (uitgebreide) raadsinformatienota geïnformeerd over de wijze waarop de gemeente West Betuwe in nauwe samenwerking met de Veiligheidsregio is omgegaan met de corona-crisis en de (financiële) gevolgen van de crisis voor verschillende stakeholders in de samenleving. Daarnaast ontvangt u tweewekelijks een raadsbrief vanuit de Veiligheidsregio die van een lokale inkleuring is voorzien. In deze paragraaf van de jaarrekening brengen wij de informatiestromen samen en kijken terug op de corona-inzet in 2020 en de mogelijke korte- en langetermijneffecten voor de gemeente.
Korte termijn effecten op de gemeente
Zorg en ondersteuning
De druk neemt toe en corona speelt op allerlei fronten een rol. Er komen meer telefoontjes tussendoor van inwoners met vragen over hoe ze nu moeten omgaan met de situatie thuis, de zorg die stagneert, minder resultaat bij ingezette zorg en daardoor moet de zorg worden verlengd of opgeschaald.
Bij Wmo zien we dat de stijging in cliënt-aantallen die sinds die fusie (en ingang abonnementstarief) speelt, in 2020 licht heeft doorgezet, al lijkt er stagnatie in het tweede halfjaar. Concreet was dit een toename met 8,4 procent in 2020 ten opzichte van 2019. Dit is niet onverwacht gezien de vergrijzing en landelijke prognoses. In hoeverre corona een groot effect heeft hier, kunnen we niet precies zeggen. We zien wel duidelijk dat tijdens de eerste lockdown de aanmeldingen flink kelderden, maar er is vooralsnog geen kwantitatief bewijs voor een ‘zorgstuwmeer’.
Bij Jeugd is sprake van een dubbel beeld. De cliënt-aantallen nemen af terwijl de kosten per cliënt zijn toegenomen. Een voorzichtige conclusie is dat zorg intensiever wordt en kinderen met bepaalde soorten jeugdzorg (GGZ, ambulant, verblijf) minder snel uitstromen. We zien ook dat de wachtlijsten bij ggz aanbieders oplopen.
Economie
Met name de sectoren evenementenbranche, horeca en detailhandel zijn de afgelopen maanden zwaar getroffen doordat deze gesloten moesten blijven. Uiteindelijk kan dit leiden tot stoppende bedrijven.
Als gemeente kijken we op korte termijn of we met verruimde terrassen met eventueel overkapping de horeca tegemoet kunnen komen als zij weer (volledig) open mogen zijn. Tegelijkertijd meldt de Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Gelderland, dat het aantal faillissementen onder haar leden in West Betuwe vrijwel nihil is.
De werkloosheid is met ruim 20 procent gestegen in 2020 ten opzichte van 2019. In absolute aantallen zijn er 60 mensen werkloos geworden.
Leefbaarheid
Het is lastig om met stelligheid te kunnen zeggen wat de gevolgen zijn van corona op de leefbaarheid. Wat we weten is dat er tijdens de eerste golf/lockdown veel onderlinge steun werd gegeven door tal van organisaties (dorpsorganisaties, kerken, besturen en vrijwilligers van lokale verenigingen). Denk aan uitdelen van bloemetjes bij ouderen, boodschappen doen, aandacht geven aan eenzame personen etc.
In de tweede helft van het jaar was dat deels weggeëbd en was er in veel kernen minder aandacht hiervoor. Aan de andere kant hadden veel mensen inmiddels een eigen structuurtje en netwerken opgebouwd.
De activiteiten in de dorpshuizen en veel verenigingsactiviteiten zijn stilgevallen. Dit kan leiden tot ledenverlies en het opnieuw opstarten gaat extra energie kosten. Ook sportverenigingen hebben hier mee te maken. Aan de andere kant is er veel bereidheid om uitgestelde activiteiten weer op te pakken. Denk daarbij ook aan uitgestelde leefbaarheidsinitiatieven en herdenkingsactiviteiten (75 jaar na de Tweede Wereldoorlog).
Er is op allerlei plekken ingeteerd op financiële reserves (onder andere bij de dorpshuizen). Daardoor is er minder ruimte voor tegenvallers en voor bv. grotere onderhoudskosten.
Sociaal-emotioneel hebben bepaalde groepen (flinke) klappen opgelopen. Denk aan ouderen en aan jongeren. Daarnaast hebben mensen veel meer thuis gezeten en minder gesport, hetgeen een negatief effect heeft op de gezondheid en het welbevinden. Ook financieel zijn veel mensen in de problemen gekomen. Denk aan middenstanders, de horeca en veel ZZP’ers.
Verwachte lange termijn effecten op de gemeente
Vanaf maart 2020 zijn er 12 faillissementen geregistreerd. Op een totaal van ongeveer 5500 bedrijven valt dit relatief mee. Het aantal stoppende bedrijven is voor 2020/2021 niet in beeld. De verwachting is dat wanneer de steunmaatregelen stoppen het aantal faillissementen zal toenemen. Dit kan vervolgens ook gevolgen hebben voor het aantal werklozen in de gemeente, en daaraan gekoppeld het aantal uitkeringen.
Het is moeilijk te voorspellen wat de zorgvraag gaat worden op de lange termijn. Op dit moment zien we nog geen signalen van een stuwmeer aan zorgvragen. Wel is duidelijk dat er meer vraag is naar GGZ-zorg en dit zal zeker ook op de lange termijn nog doorwerken.
Zodra we uit de crisis geraken, gaan we vanuit de leefbaarheid waarschijnlijk twee bewegingen zien. Enerzijds de behoefte om dit te vieren en anderzijds de behoefte om te reflecteren op wat dan achter ons ligt. Verjaardagen, huwelijken, jubilea etc. zijn uitgesteld en worden wellicht uitbundiger gevierd. In enkele dorpen wordt nagedacht over een herinneringsplek, vanwege het overlijden van dorpsbewoners.
Tenslotte is het (financiële) langetermijneffect van corona op de gemeente afhankelijk van besluiten door het Rijk. De landelijke overheid heeft vele miljarden aan steunpakketten beschikbaar gesteld voor de samenleving, maar die zullen op termijn ook weer moeten worden terugverdiend. Vanwege de bekende trap-op-trap-af-systematiek van het gemeentefonds, kan dit een negatief effect hebben op de uitkering van het gemeentefonds aan gemeenten.
Visie op genomen en te nemen maatregelen en activiteiten
De landelijke coronawetgeving is vanzelfsprekend leidend in de lokale aanpak. De gemeente kan niet meer ruimte bieden dan dat het Rijk die geeft. Binnen die Rijkskaders proberen we als gemeente zoveel mogelijk mee te denken met vragen van inwoners: hoe kunnen we hen binnen de beschikbare kaders zoveel mogelijk ruimte geven? Met die vraag in het achterhoofd heeft het college in 2020 diverse (gedoog)besluiten genomen om ondernemers in staat te stellen hun bedrijf voort te zetten.
Daarnaast heeft uw raad in 2020 een noodfonds van 500.000 euro opgericht om daarmee verenigingen te ondersteunen die niet in aanmerking kwamen voor de landelijke compensatieregelingen. Zoals u in de financiële stukken van deze jaarrekening en hieronder kunt zien is in 2020 daarvan 323.878 euro uitgegeven. De rest hevelen we over naar 2021. Hierover bent u in de loop van het jaar enkele keren per Raadsinformatiebrief geïnformeerd.
Totaal van de financiële effecten (totaal lasten en gemiste opbrengsten, compensatiepakket Rijk/Provincie)
Voor het inzichtelijk maken van de financiën van COVID-19 maken we onderscheid tussen het Corona noodfonds en de overige gekregen gelden vanuit provincie en rijk (compensatiepakket). We geven aan wat de minder opbrengsten en de meer en minder kosten zijn als gevolg van COVID-19.
Coronanoodfonds
De raad heeft in 2020 een budget van 500.000 euro toegekend. Dit coronanoodfonds is voor de ondersteuning van de maatschappelijke organisaties. Omdat het een geoormerkt budget is verantwoorden we deze post afzonderlijk.
Bij het instellen van dit fonds is een raming gemaakt van het aantal aanvragers (200) en het gemiddelde geleden financieel nadeel (2.500 euro). In 2020 ontvingen 72 maatschappelijke organisaties een bijdrage uit het noodfonds. Dit betrof 17 dorpshuizen, 10 muziek/culturele instellingen, 31 sportverenigingen en 14 overige maatschappelijke organisaties.
Het totale gehonoreerde bedrag bedroeg 323.878 euro. De regeling is verlengd tot 1 juli 2021. Het resterende budget van 176.122 euro hevelen we daarom via de resultaatbestemming over naar 2021.
Corona noodfonds | 2020 | ||
Gemeentelijke bijdrage | 500.000 | ||
Uitgaven 2020 | -323.878 | ||
Saldo | 176.122 |
---|
Compensatiepakket rijk en provincie
Gemeentefonds
Via de Junibrief 2020, de Septembercirculaire en Decembercirculaire 2020 hebben we vanuit het Gemeentefonds extra gelden gekregen voor de meerkosten als gevolg van COVID-19. Deze inkomsten zijn via de tweede bestuursrapportage aan uw raad bekendgemaakt. We hebben ruim 1,1 miljoen euro ontvangen vanuit het Rijk. Hiervan is 108.000 euro geoormerkt voor de extra kosten voor de verkiezingen van leden van de Tweede Kamer van maart 2021, deze zijn gestort in een reserve. Ook hebben we ruim 240.000 euro geoormerkt voor extra lasten voor de participatiewet die Werkzaak voor ons uitvoert. Deze extra gelden zijn door Werkzaak ook ingezet in 2020 en zijn verwerkt in de definitieve afrekening. In programma 7 bij de toelichting op de jaarrekening verklaren we dit nader. Derhalve nemen we de geoormerkte gelden vanuit de circulaires niet mee in de categorie meeropbrengsten.
De Covid-gelden vanuit de Junibrief, Septembercirculaire en provinciale tegemoetkoming zijn verantwoord op programma 2. De Covid-gelden vanuit de decembercirculaire zijn verantwoord in programma 10.
Provinciale bijdrage
Van de provincie Gelderland hebben we ruim 144.000 euro tegemoetkoming ontvangen voor extra kosten als gevolg van Corona voor de volgende thema’s:
- inhuur medewerkers vitale beroepen
- noodgedwongen extra opvang kwetsbare beroepen
- uitvoeren activiteiten sociale verbinding binnen de gemeente te versterken
- tegemoetkomingen aan ondernemingen cultuur, sport, recreatie en toerisme en gemeenschapsvoorzieningen
Compensatiepakket rijk en provincie | Geoormerkt | 2020 | |
---|---|---|---|
Gemeentefonds | |||
Junibrief (Programma 2) | |||
Inhaalzorg/meerkosten Jeugdzorg | nee | 73.860 | |
Inhaalzorg/meerkosten Wmo | nee | 31.337 | |
Lokale culturele voorzieningen | nee | 137.959 | |
Kinderopvang | nee | 26.491 | |
Compensatie toeristenbelasting | nee | 53.000 | |
Compensatie parkeerbelasting | nee | 30.000 | |
Participatiewet/WSW compensatie 1/3 - 1/6 | ja | 154.540 | |
Septembercirculaire (Programma 2) | |||
Extra kosten verkiezingen 2021 i.v.m. Covid-19 | ja | 107.900 | |
Toezicht en handhaving | nee | 113.000 | |
Precariobelasting en markt- en evenementenleges | nee | 45.400 | |
Lokale culturele voorzieningen | nee | 135.900 | |
Buurt- en dorpshuizen | nee | 32.500 | |
Noodopvang kinderen van ouders met cruciaal beroep | nee | 71.400 | |
Eigen bijdrage Wmo (abonnementstarief) | nee | 19.500 | |
Vrijwilligersorganisaties jeugd | nee | 23.600 | |
Participatiewet/WSW compensatie 1/6 - 1/1 | ja | 85.855 | |
Decembercirculaire (Programma 10) | |||
Aanvullend pakket re-integratie | nee | 10.240 | |
Gemeentelijk schuldenbeleid | nee | 20.060 | |
Bijzondere bijstand | nee | 6.840 | |
Continuïteit van zorg | nee | 54.370 | |
Compensatie quarantainekosten | nee | 7.410 | |
Jeugd aan zet (DU) | nee | 10.000 | |
Totaal exclusief geoormerkte gelden | 1.251.162 | ||
Tegemoetkoming provincie Gelderland (Programma 2) | nee | 144.989 | |
Afgeraamd bij de eerste bestuursrapportage parkeerbelasting | -30.000 | ||
Storting in reserve Verkiezingen | -107.900 | ||
Totaal meer opbrengsten | 1.258.251 |
Minder opbrengsten
De minder opbrengsten bestaan uit diverse inkomsten die we niet genereren zoals begroot. Denk hierbij aan inkomsten voor de kermis en parkeren. In het voorjaar van 2020 dachten we dat we 110.000 euro minder gingen ontvangen voor het onderdeel parkeeropbrengsten. Echter blijkt dat we in 2020 ten opzichte van de primitieve begroting maar 35.000 euro minder hebben ontvangen. Voor de gehouden kermissen hebben we vanwege COVID-19 geen huur doorberekend. Hierdoor missen we 18.600 euro aan inkomsten. De post toeristenbelasting heeft niet geleden onder de COVID-19 crisis. Ook hebben we minder inkomsten als gevolg van verminderde bijdrage van het CAK voor een bedrag van 29.000 euro.
Minder opbrengsten | 2020 | ||
---|---|---|---|
Kermissen | -18.600 | ||
Minder parkeer opbrengsten | -35.000 | ||
WMO CAK | -29.000 | ||
-82.600 |
Meer kosten
Voor COVID-19 hebben we diverse meer kosten gemaakt. Dit zijn extra kosten voor:
- bedrijfsvoering buitendienst: inhuur personeel, bebording e.d.;
- bijdrage aan museum Geofort;
- persoonlijke bescherming en hygiëne: desinfectiegel, mondkapjes, plexischermen e.d.;
- dienstverlening: o.a. extra kosten thuisbezorgen van identiteitsdocumenten;
- coronaproof werken/vergaderen: accounts voor digitaal vergaderen, koptelefoons, huur vergaderlocaties;
- VVE-educatie: compensatie ouderbijdrage en noodopvang;
- toezicht en handhaving: verkeersregelaars, bebording e.d.;
- Wmo: compensatie zorgaanbieders en kosten voor noodvervoer;
- Jeugd: compensatie zorgaanbieders, compensatie eigen bijdrage voor ouders voor ritbijdrage jeugd;
- huurderving statushouders;
- de kosten van de CO2- melders voor scholen en dorpshuizen;
- de Avri voor coronaproof werken, meer kosten voor vervuiling door minder handhaving (in verband met gevraagde inzet voor de noodverordening), extra kosten personeel voor onder andere verkeershandhaving;
- extra kosten in verband met extra huren van ruimtes voor geven van griepvaccinaties;
- ambtelijke ondersteuning: extra inhuur vanwege extra werkzaamheden als gevolg van COVID-19.
Meer kosten | 2020 | ||
Bedrijfsvoering buitendienst | -61.811 | ||
Cultuur: bijdrage aan Geofort | -100.000 | ||
Persoonlijke beschermingsmiddelen en hygiëne | -25.472 | ||
Dienstverlening | -19.890 | ||
Coronaproof werken/vergaderen | -18.831 | ||
VVE educatie | -17.376 | ||
Toezicht en handhaving | -26.491 | ||
WMO | -14.785 | ||
Jeugd | -40.908 | ||
Huurderving statushouders | -3.755 | ||
CO2 melders | -16.007 | ||
AVRI | -108.674 | ||
Vaccinatieruimtes | -701 | ||
Extra ambtelijke ondersteuning | -47.540 | ||
Meerkosten WSW Participatiewet | -240.395 | ||
---|---|---|---|
-742.634 |
Financiële samenvatting
Het compensatiepakket van het rijk en provincie is bedoeld voor het opvangen van de diverse extra kosten en de mindere opbrengsten door COVID-19. In 2020 hebben we ruim 742.000 euro aan extra kosten uitgegeven en bijna 83.000 euro minder opbrengsten binnen gekregen. De geldelijke compensatie van het rijk en provincie is voor 2020 afdoende geweest. Echter de corona pandemie duurt voort en we weten niet of er nog meer compensatie gelden verstrekt worden door rijk en/of provincie. De overgebleven gelden vanuit de compensatiepakketten van 433.000 euro (324.000 vanuit Programma 2 en 109.000 euro vanuit Programma 10) hevelen we daarom over naar 2021. Hierdoor zijn we in 2021 in staat de extra kosten en mindere opbrengsten door COVID-19 op te vangen.
Samenvatting | 2020 | ||
Compensatiepakket rijk en provincie | 1.258.251 | ||
Minder opbrengsten | -82.600 | ||
Meer kosten | -742.634 | ||
433.017 |
Minder kosten
Naast meerkosten en minder opbrengsten, maakten we in 2020 ook minder kosten als gevolg van Covid-19. Deze voordelen komen ten gunste van het jaarrekening resultaat. De belangrijkste voordelen lichten we toe bij hoofdstuk 1.3. Toelichting op de afwijkingen. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we hiernaar. Het betreft de volgende onderdelen:
- Organisatiekosten (programma 1)
- Kantoorpanden en kantoorkosten (programma 1)
- Parkeerbeheer (programma 3)
- Bevordering toerisme (programma 4)
- Leerlingenvervoer (programma 5)
- Kunst en cultuur (programma 6)
- Sociaal cultureel werk (programma 7)
- Adviesraad Sociaal Domein (programma 7)
- Toezicht kinderopvang GGD (programma 7)
- Armoedebeleid (programma 7)
Inzet van de ambtelijke organisatie
Aanwezigheid
Vanaf het begin van de coronacrisis is het uitgangspunt gevolgd van de regering: werk zoveel mogelijk thuis. Daarbij is ervoor gekozen om mensen niet te verbieden op kantoor te werken, maar te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid. Iedereen kan zelf het beste inschatten in hoeverre de privésituatie het toelaat om thuis aan het werk te zijn. Daarbij hebben we het thuiswerken zo goed mogelijk geprobeerd te faciliteren.
Corona-gerelateerde inzet
Het meeste werk rondom corona wordt gedaan door het zogeheten ‘kernteam corona’. Dit team fungeert als centraal aansturingsmechanisme voor de lokale vertaling van landelijke maatregelen. Daarnaast moesten in 2020 ook enkele vakinhoudelijke medewerkers veel aandacht besteden aan corona-gerelateerde activiteiten. Hierbij valt te denken aan het voorbereiden van enkele lokale maatregelen als het gaat om economische activiteiten, maatregelen in het sociaal domein en de contacten met inwoners.
Inzet Veiligheidsregio
Op het moment dat het coronavirus zijn intrede deed in Nederland is landelijk een GRIP4-situatie afgekondigd. Deze situatie had tot gevolg dat niet de gemeente maar de (voorzitter van de) Veiligheidsregio het bevoegde gezag is voor de bestrijding van het virus. Voor West Betuwe is dat de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) met burgemeester Bruls (Nijmegen) als voorzitter. Voor de besluiten wordt zoveel mogelijk draagvlak gezocht in het Regionale Beleidsteam, waarin alle burgemeesters van gemeenten binnen de regio zitting hebben. De Veiligheidsregio bouwt qua ambtelijke bezetting ook op de inzet vanuit de verschillende gemeenten. Ook West Betuwe levert daarin een bovengemiddelde bijdrage en levert bezetting voor de groep van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg, de juristengroep, de communicatiegroep en de veiligheidsgroep.
Verwachtingen voor 2021 en verder
De verwachtingen voor 2021 en verder zijn erg afhankelijk van de ontwikkelingen van het coronavirus. Als het aantal besmettingen afneemt en/of de vaccinatiegraad toeneemt, is het mogelijk om langzaamaan meer ruimte te geven aan inwoners, ondernemers en verengingen om hun activiteiten weer op te starten. Mocht dit een structurele versoepeling blijken te zijn, kan ook meer onderzoek worden gedaan naar de getroffen sectoren, personen, verenigingen en de mogelijkheden die de gemeente heeft om het herstel hiervan te stimuleren en te ondersteunen.
Als het aantal besmettingen blijft stijgen en/of de vaccinatiestrategie niet de gewenste vooruitgang biedt, kan 2021 zomaar een jaar worden waarin opnieuw de nadruk ligt op beperkende maatregelen, de handhaving daarvan en het zoeken naar mogelijkheden daarbinnen. Een extra uitdaging daarbij zal dan het afnemend draagvlak voor de maatregelen zijn.